Ambulant begeleider

Een ambulant begeleider (ab'er) begeleidt leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dit gebeurt vanuit een arrangement dat door een commissie is afgegeven (de CAT).

Een ab'er werkt individueel of in groepjes met de leerling in en buiten de klas. Daarnaast adviseren en coachen ze de leerkracht van de leerling met een speciale onderwijsbehoefte. Verder ontwikkelen ze lesmateriaal voor de begeleidingsmomenten en voor de vertelkisten en leskisten.

De ontwikkeling van het jonge kind

Meestal ontwikkelt een kleuter zich vanzelf door hem of haar in contact te brengen met een leerrijke omgeving. Soms is het nodig een kind extra te stimuleren, door de leerkracht of door een begeleider die op school werkt. Een enkele keer blijkt dat een kind zich ondanks de extra stimulans onvoldoende ontwikkelt.

Een arrangement vanuit het Team Jonge Kind (TJK)

Een kind wordt dan tijdens een consultatie besproken met de orthopedagoog, school en ouders. Hieruit kunnen adviezen voortkomen of er kan een observatie of onderzoek plaatsvinden. Een advies kan zijn om een arrangement TJK aan te vragen. Voor het arrangement is toestemming nodig van de Commissie van Arrangeren en Toedelen (CAT). Na toestemming komt de ambulant begeleider met het kind werken.

Manier van werken TJK

Plan van aanpak

Vanuit een plan van aanpak wordt aan de doelen gewerkt. Elke 8 tot 10 weken is er een evaluatie met school, ouders en de ambulant begeleider.

Samen

De ambulant begeleider werkt samen met school en ouders aan de ontwikkeling van het kind.

Hoevaak?

Eén of twee keer per week wordt er in de klas of buiten de klas gewerkt.

Spel

Door samen met het kind te spelen, werken we aan de ontwikkeling van het kind.

Materiaal

We gebruiken materiaal dat aansluit bij het schoolthema en de beleving van het kind. Dat doen we met thema- en vertelkisten en prentenboeken die ook in de klas kunnen worden gebruikt.

Aansluiten bij het kind

De ambulant begeleider sluit aan bij wat een kind nodig heeft. Dit kan zijn één op één of in een groepje. De ambulant begeleider start vaak buiten de klas met het kind. Daarna gaan ze steeds meer in de klas en op het plein werken en spelen.

Ondersteuning

De ambulant begeleider biedt ondersteuning aan de leerkracht. Ze overlegt met de leerkracht wat het beste werkt voor dit kind.

Overleg

We overleggen met deskundigen buiten de school. Bijvoorbeeld met een logopedist, een fysiotherapeut of een jeugdarts. Indien nodig stemmen we af met de kinderopvang of de peuterspeelzaal. Dit doen we altijd in overleg met ouders.

Logboek

In een logboek schrijft de ambulant begeleider wat er tijdens de begeleiding wordt gedaan.

Ambulant begeleider Gedrag

Meestal ontwikkelt een kind zich vanzelf op de basisschool. Soms zijn er vragen rondom de ontwikkeling van een kind en wat het kind nodig heeft op school. Dit kan te maken hebben met het leren of het met gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling, of een combinatie van beide.

Een kind wordt dan tijdens een consultatie besproken met de orthopedagoog, school en ouders. Hieruit kunnen adviezen voortkomen of er kan een observatie of onderzoek plaatsvinden. Een advies kan zijn om een arrangement Gedrag aan te vragen. Voor het arrangement is toestemming nodig van de Commissie van Arrangeren en Toedelen (CAT). Na toestemming komt de ambulant begeleider met het kind werken.

Manier van werken ambulant begeleider Gedrag

Plan van aanpak

Vanuit een plan van aanpak wordt aan de doelen gewerkt. De periode waarin dit gebeurt en de evaluatiemomenten staan in het plan van aanpak.

Samen

De ambulant begeleider werkt samen met school en ouders aan de ontwikkeling van het kind.

Hoevaak?

Elke week wordt er tijdens de begeleiding in de klas of buiten de klas gewerkt.

Manier van werken

De ambulant begeleider kiest werkvormen die passen bij het kind, de doelen en de school.

Aansluiten bij het kind

De ambulant begeleider sluit aan bij wat een kind nodig heeft. Dit kan zijn één op één of in een groepje. De ambulant begeleider start vaak buiten de klas met het kind. Daarna gaan ze steeds meer in de klas en op het plein werken en spelen.

Ondersteuning

De ambulant begeleider biedt ondersteuning aan de leerkracht. Ze overlegt met de leerkracht wat het beste werkt voor dit kind.

Overleg

We overleggen met deskundigen buiten de school, bijvoorbeeld met een jeugdhulpverlener. Dit doen we altijd in overleg met ouders.

Logboek

In een logboek schrijft de ambulant begeleider wat er tijdens de begeleiding wordt gedaan.